Tafeltennis

Tafeltennis of pingpong, heeft - zoals de naam reeds doet vermoeden - heel wat weg van tennis. Het doel van dit spel is de bal met een batje over het net te slaan op de tafelhelft van de tegenstander, op zo'n manier dat deze de bal niet correct of helemaal niet kan terugslaan.

Spelvormen

Tafeltennis kent zeven spelvormen:

  1. mannen enkelspel

  2. vrouwen enkelspel

  3. gemengd enkelspel (waarin een man en een vrouw tegen elkaar spelen, wat dikwijls onder de reguliere mannencompetitie valt)

  4. mannen dubbelspel

  5. vrouwen dubbelspel

  6. gemengd dubbelspel (aan beide kanten van het net één man met één vrouw)

  7. teamwedstrijd (iedere gewonnen partij in welke eerdergenoemde spelvorm dan ook levert één punt op voor het team)

Geschiedenis

De ontstaansgeschiedenis van tafeltennis is alleen te zien in samenhang met andere takken van sport, vooral tennis. Net als bij vele sporten, begon tafeltennis als een sociaal verzetje; het werd vermoedelijk voor het eerst gespeeld - met geïmproviseerd materiaal -ergens in het einde van de 19e eeuw in Engeland door (voornamelijk Aziatische) immigranten, die hun heil in Engeland beproefden vanwege de welvaart die er daar heerste als gevolg van de industriële revolutie. Vermoedelijk stamt uit deze tijd ook de benaming ping-pong, die de autochtone Engelse bevolking spottend aan de sport gaf vanwege het hoge percentage aziatische spelers, bij wijze van ridiculisering van hun taal en cultuur (De ironie hieraan is dat verscheidene vooraanstaande sociaal-antropologen van mening zijn dat de immigranten de sport juist beoefenden uit integratie-gerelateerde motieven). Tafeltennis is, net als badminton en het huidige tennis, afkomstig van het middeleeuwse tennis. Tafeltennis was al populair in de vorige eeuw. In Engeland werd in 1884 octrooi verleend op de naam "Miniature-Indoor-Tennis-Game". Dit spel werd gespeeld met een kleine gummibal (met lucht gevuld). Het spel was ook al vroeg geïntroduceerd in de Verenigde Staten en het is mogelijk dat het eerste materiaal al in 1887 vervaardigd werd. In 1890 werd de celluloidbal 'uitgevonden' door de Engelse ingenieur James Gibb. Rond 1900 was het spel bekend onder de huidige namen ("tafeltennis" en "ping-pong"), en verschillende merknamen als "Gossima", "Flim-Flam", "Pim-Pam" (Frankrijk) en "Whiff-Whaff" (Amerika). In 1926 is de International Table Tennis Federation (ITTF) gevormd in Berlijn met Denemarken, Duitsland, Engeland, Hongarije, India, Oostenrijk, Tsjecho-Slowakije, Wales en Zweden als leden. Later dat jaar werd de Verenigde Staten ook lid.

Spelregels

Opslag

Voor een goede opslag, ook wel service, dient de bal onbeweeglijk op de open en vlakke handpalm te liggen, waarna deze zo recht mogelijk ten minste 16cm omhoog geworpen moet worden.

Nadat de bal het hoogste punt heeft bereikt moet deze zo geslagen worden dat hij eerst het eigen speelveld raakt, over het net heengaat zonder dit te raken, en daarna het speelvlak van de tegenstander raakt. Indien de bal toch het net raakt, en deze toch nog juist terechtkomt, moet de service opnieuw gedaan worden. Bij een service die de overkant van de tafel niet correct haalt, wordt meteen een punt toegekend aan de tegenstander, zonder eerste fout. Opslagen moeten van achter (het verlengde van de) eindlijn gebeuren en het zicht op de bal mag tijdens de opslag niet geblokkeerd worden voor de tegenstander, de scheidsrechter of de eventuele tweede scheidsrechter. Telkens wanneer er in een set twee punten gescoord zijn, wisselt de service van speler (of team).

Game

De speler die als eerste 11 punten behaalt wint de game, behalve bij een gelijke stand van 10-10. Dan dienen de spelers om beurt te serveren. De eerste speler die dan 2 punten meer heeft dan zijn tegenstander wint de game. Tot 2001 ging een game om 21 gewonnen punten.
Aan het eind van elke game ruilen de spelers van speelhelft. Diegene die in vorige game als eerste serveerde, zal nu als eerste ontvangen. Doorgaans wordt gespeeld tot een speler drie of soms vier games heeft gewonnen, al naargelang het niveau van de competitie. In de laatste game (vijfde in best-of-five, zevende in best-of seven, ook wel "belle" genoemd) wordt nogmaals van speelhelft gewisseld wanneer een speler vijf punten heeft behaald.

Dubbel

In het dubbel dienen de spelers om de beurt te slaan (dus niet zoals bij tennis waar de spelers de keuze hebben) en na het bepalen van de eerste serveerder en eerste ontvanger ligt de service/ontvangstvolgorde vast (2x ontvangen, dan 2x serveren, dan de medespeler). De service dient diagonaal van de rechterhelft van de eigen kant van de tafel naar de andere kant te gaan. Na elke game verandert niet alleen de eerste serveerder maar ook de ontvanger. (Stel: spelers A+B spelen tegen X+Y en A serveerde naar speler X in de vorige game, dan serveert deze nu naar speler Y). In een eventuele 5de of 7de game wisselen de beide teams weer van kant. De speler die normaal aan opslag zou zijn blijft aan opslag maar de ontvangers wisselen. Op het moment dat een team of speler 5 punten behaalt, wisselen beide spelers of beide teams van kant.(Indien normaal speler X moest ontvangen, ontvangt speler Y nu.)

Team (landenwedstrijd)

(Landen)teams komen ook tegen elkaar uit. Elk team bestaat uit drie spelers en er worden maximaal vijf wedstrijden gespeeld, waarvan één wedstrijd een dubbel is. Elke speler mag maximaal twee wedstrijden spelen. Eerst worden twee enkelspelen gespeeld, dan het dubbel en tot slot weer twee enkelspelen. Wanneer een team drie wedstrijden heeft gewonnen, is de ontmoeting afgelopen.